Omschrijving
Met titelbalk boven. Linksonder carthouche met wapen van Overijssel en gedecoreerd met een visser, turfsteker en wat vee. Rechtsonder een cartouche 'Verklaringe der Teeckenen'.
Afmeting prent: 46 x 53,5 cm. Afmeting papier: 53,5 x 63 cm.
Verso: blank.
Kopergravure uitgegeven door Frederik de Wit in 'Nieuw Kaertboeck van de XVII Nederlandse Provinciën' te Amsterdam. De kaart is een kopie van de originele kaart van Claes Jansz. Visscher uit 1652, maar iets groter en op details verschillend.
Het duurde het tot het midden van de 17de eeuw voordat er een betrouwbare kaart van Overijssel beschikbaar kwam. Tussen 1640 en 1650 werd de provincie in kaart gebracht in opdracht van de Staten van Overijssel door Nicolaas ten Have, conrector van de Latijnse School in Zwolle. Zijn fraaie overzichtskaart kwam eindelijk uit in 1650.
Nicolaas ten Have (1604-1650) was conrector aan de Latijnse school te Zwolle. In die jaren liep er een geschil tussen de Twentse drost, Johan van Raesfelt, en Drenthe over de grens met het landgoed de Eze bij Steenwijk, waarvan Van Raesfelt de eigenaar was. De drost had zich op de landdag van 24 maart 1639 beklaagd dat de Drenten zich in het proces beriepen op een kaart waarop de grenzen van Overijssel zijns inziens onjuist waren aangegeven. Daarop besloten Ridderschap en Steden van Overijssel de Gedeputeerde Staten op te dragen 'een betere ende perfecte lantcaerte van dese provintie' te laten maken. Aan de resolutie werd de opmerking toegevoegd: 'doer de lantmeeter deser landtschap'. Achteraf werd 'de lantmeeter' veranderd in 'een lantmeeter'. In de zeventiende eeuw was de bekwaamheid van een gewone landmeter zeker niet toereikend voor het maken van grote gewestkaarten. Het is heel wel mogelijk dat Rutger van Haersolte, sedert 1633 gedeputeerde in het college, de Staten hierop heeft gewezen en zijn oude studiegenoot uit Leiden als kartograaf van academisch niveau heeft aanbevolen. Hoe het ook zij, Ten Have kreeg het werk opgedragen.
Frederik de Wit (1630 – 1706) was een Nederlands graveur, drukker en uitgever uit Gouda. Hij vestigde zich rond 1648 in Amsterdam in "De Witte Pascaert". De eerste door De Wit gegraveerde én gedateerde kaarten waren zeekaarten uit 1654. Rond 1660 verschenen de wereldkaart Nova Totius Terrarum Orbis Tabula, een samengestelde wandkaart van ca. 140 x 190 cm. De datering van De Wit's kaarten, atlassen en stedenboeken is moeilijk. Op de meeste kaarten werd namelijk geen jaartal vermeld en de uitgaven bestreken vele jaren. De atlassen begonnen rond 1670 te verschijnen. De atlas der Nederlanden heette Nieuw Kaertboeck van de XVII Nederlandse Provinciën en telde ruim 20 kaarten. De stedenboeken verschenen omstreeks 1695 op de markt. Ze werden mede met koperplaten van Blaeu en Janssonius gedrukt. Na zijn dood werden De Wit's koperplaten verkocht aan o.a. Pieter Mortier, Leonard Valck en Petrus Schenck.
Specificaties
Conditie: | Goed, voor een gravure van deze leeftijd. Met middenvouw als uitgegeven en ruime marges. Split in beide marges. Marges met wat scheurtjes. Egaal verkleurd. |